Samos

NATUURLIJK: SAMOS

Van ons appartement, dat tegenover de luchthaven van Samos is gelegen, lopen we langs de drukke weg richting het centrum van Pythagório. We zijn nog maar een klein uur geleden aangekomen, maar komen nu al tot de conclusie dat een huurauto ons een grote dienst zal bewijzen. Bij het eerste het beste verhuurbedrijf (de weg wordt geflankeerd door eender ogende bedrijven) halen we een auto op. "Nee hoor, een borgsom is niet nodig. Nog geen geld gepind? Oh, de betaling komt wel als u de auto weer aflevert, maakt u zich geen zorgen!" Waar hebben wij ooit eerder zo gemakkelijk een auto meegekregen? Wij zijn op Samos voor de zon en de natuur, en hopen er zoveel mogelijk van mee te krijgen. Op mijn must see lijstje staan enkele rustige baaitjes, elk met slechts één restaurantje.

Samos

Baai nummer één kan meteen afgestreept worden; het wordt het prachtige Pappa Beach, even ten zuiden van Iréo. In het heldere water wordt gesnorkeld. Een bootje dobbert in het water onder slingers van kleurige vlaggetjes. Het seizoen is nog maar net begonnen (het is begin mei) en veel restaurantjes hebben hun deuren nog niet geopend. Maar hier kunnen we heerlijk in het restaurant, dat hoger op de rotsen is gelegen, genieten van een weids uitzicht op de rotskust en de blauwe zee.

 

Een berg zo rond als een bal

Het eerste stukje natuur dat wij uitgebreid bezoeken is Valeontátes, het Dal van de Nachtegalen, dat vanaf de kust stroomopwaarts langs het riviertje voert. Een groen dal met veel schaduw. Het pad kruist om de zoveel meter het riviertje; het is óf waden óf van steen tot steen springen. We klimmen tegen de steile Samosbergwand op tot aan een punt met uitzicht op de hele vallei. Doorwandelen is geen optie, want de auto staat beneden in het dal op ons te wachten. We brengen nog een kort bezoek aan het bergdorp Manolátes, om vervolgens de dag af te sluiten aan het strand van het toeristische Kokkári met z'n bonte vissersbootjes, promenade aan het water en de in het oog springende rotsen in zee.
De volgende dag besluiten we eens een autotocht te maken. We nemen de route langs de zuidkust, kriskras door de bergen met telkens weer een mooi panorama. Op enkele plekken zijn de gevolgen van de brand in het jaar 2000 nog goed te zien. In elk gehucht zien wij wel een brandweerauto staan; sinds de ramp is de brandweer op Samos flink uitgebreid. Door het bergachtige landschap zijn de afstanden veel groter dan we in de eerste instantie hadden gedacht. Van oost naar west meet het eiland slechts 44 kilometer, maar wanneer je dit rijdend af moet leggen komen er nog heel wat kilometertjes bij. In Spatharéi, een dorpje dat tegen de helling op is gebouwd, worden wij getrakteerd op een spectaculaire blik op het Kérkis gebergte. De top van de Kérkis ligt op 1433 meter en is daarmee het hoogste punt van Samos. Deze grijze berg ziet er heel anders uit dan de overige bergen op Samos. Deze is kaal als een bal, rond als een bal, glad als een bal, en steekt prominent boven het landschap uit. Je kunt 'm niet missen, en je kunt je ogen er nauwelijks nog vanaf houden, zo sterk dringt dit beeld zich aan je op.

Aan de zuidkant van de Kérkis komen we langs Votsalákia, een van de plaatsen op het eiland die de meeste toeristen ontvangen. Hier wonen geen Samioten. Maar het seizoen is nog niet begonnen en zeker de helft van de eetgelegenheden worden nog opgeknapt of bestaan alleen nog maar uit een bouwvallig skelet. Het strand nodigt niet echt uit tot zwemmen, het is onaantrekkelijk en er drijft (nu al) plastic in het water. Dus vestigen wij onze hoop op de Válsamos baai aan de uiterste westkant van Samos. De ongeasfalteerde weg ernaartoe baant zich zigzaggend een weg steil naar beneden. Een prachtige baai, glashelder water en geheel andere kleuren door de donkerrode en donkergroene keien in het water. Helaas zijn het restaurant en de paar kamers die je hier kunt huren nog niet gereed en zullen we - vanwege de trek in iets lekkers - helaas weer moeten omkeren. Op onze zoektocht naar een mooie baai komen wij uiteindelijk terecht in Bálos, een verlaten dorp met een evenzo verlaten restaurant direct aan het lange, smalle kiezelstrand. Een stille plaats met een geweldig mooie kustlijn.

Samos

Twee stranden en een waterval

Een tweede wandeling die we zeker niet willen missen is die van Potámi (even ten westen van de grote plaats Karlóvassi) naar de stranden Mikró Seitani en Megálo Seitani. Dit deel van de kust is niet voor niets een beschermd natuurgebied: hier vind je de grootste aaneengesloten bosgebieden van het eiland. Je kunt er alleen te voet komen; de paden worden aangegeven met grote rode stippen. Aanvankelijk lopen we door uitgestrekte olijfboomgaarden om vervolgens hoog boven de zee, dicht langs de kust te wandelen. De grote verrassing is Mikró Seitani, het kleinste van de twee stranden. Hoe het heldere water je hier een wonderbaarlijk mooie blik op de zeebodem gunt!
Over het strand, via de houten trap die je langs de steile rotsen weer op een hoger niveau boven zee brengt. Het pad lijkt geplakt tegen de bijna loodrechte wanden van het ruige berglandschap, maar is gelukkig goed afgezet met struiken en bomen, zodat het nergens echt link wordt.
Wanneer we na anderhalf uur lopen het lange strand van Megálo Seitani bereiken is de zon verdwenen achter een wolkendeken. Vanuit de andere richting komt een grote groep wandelaars ons tegemoet. Dit is een geschikte plek om even uit te rusten en te zwemmen. Van hieruit kun je doorwandelen naar Drakei, maar als je zoals wij de auto ergens neerzet, dan zul je dezelfde weg terug moeten wandelen. Hetgeen allesbehalve een straf is.

Samos

De derde wandeling die we maken is die naar de waterval van Potámi. De waterval zelf zullen we nooit te zien krijgen, maar het pad ernaartoe is prachtig. Dit is vast en zeker het weelderigste stukje van Samos! We lopen langs een riviertje, dat je hier en daar moet oversteken. Aan het einde ervan voert een krakkemikkige houten trap je naar een hoger gelegen restaurant. Aldaar aangekomen wijst een verbleekte poster je voor de zoveelste maal de weg naar de waterval: alweer zo'n ongelooflijk vervallen loodrechte trap, ditmaal bergafwaarts. Na al die gedane moeite is het een vreemde gewaarwording wanneer je nogmaals een bord voor je neus krijgt met een pijl die wijst in de richting van de waterval. Dat wil zeggen: nog een stuk waden door het diepe water, klimmen over enkele enorme, gladde rotsblokken en wie weet hoeveel verborgen hindernissen nog meer. Mijn vriend doet een poging, hij is de enige van ons die zo'n avontuur wel ziet zitten... Maar ook hij geeft het na een tijdje op. Deze verborgen waterval is toch niet een attractie die voor iedereen is weggelegd, en dat terwijl wij wat klimmen en wandelen betreft wel het een en ander gewend zijn.

Samos

Gezelligheid op zondag

Bij het Limní Alíkes meer hopen wij - zoals onze gids aankondigt - flamingo's en pelikanen te zien. Die zouden er nog wel te vinden zijn tot eind mei. Maar we zien alleen maar wat bergeenden en kluten, ook leuk. Dit meer is uitgeroepen tot beschermd natuurgebied. Bonus bij een bezoek aan het meer, is dat het afgesloten kan worden met wat luieren aan de ernaast gelegen baai van Psilí Ámmos. Hier vind je het enige echte zandstrand van het eiland. Om deze reden zou het er hartje zomer altijd afgeladen vol zitten met toeristen (vooral ook bezoekers uit eigen land). Maar nu is het nog heerlijk rustig en hoeven wij het strand alleen maar te delen met een handjevol andere badgasten.

Op zondag bezoeken we Samos-stad, ook wel Vathí geheten (de oude naam). Niet de aangewezen dag om te gaan winkelen - de meeste winkels zijn gesloten - maar wel de beste dag van de week als je op zoek bent naar gezelligheid. Het centrale plein wordt druk bezocht door families met kinderen, jongeren op brommers en ouderen die een praatje met elkaar maken. Iedereen is vrij en veel Samioten ontmoeten elkaar op een terrasje of slenteren wat door de straten. In de haven ligt een reusachtig schip klaar voor vertrek naar Athene. We wachten het vertrek af, en zien hoe de loodzware ankers worden opgetrokken en het schip - eigenlijk veel te log voor deze kleine, lieflijke baai - moeizaam de haven uit vaart. We sluiten de dag af met nog maar eens zo'n mooie baai, ditmaal ergens in de buurt van Samos-stad: het wordt Kérveli. Een schoon kiezelstrandje in een bosrijke omgeving, slechts één restaurant (direct aan het strand) en enkele Griekse families. Een paradijselijke plek.

Samos

Op onze laatste dag komen we tot de ontdekking dat wij het hele eiland wel zo'n beetje gezien hebben, maar dat we alles dicht bij huis links hebben laten liggen. Dus zullen we vandaag de aandacht vestigen op onze thuisbasis, Pythagório. We bezoeken de ruíne van de robuuste Logothétis burcht en Moní Spilianís, een klooster dat hoog op de helling is gelegen, met schitterend uitzicht op Pythagório en de luchthaven van Potokaki. Maar de meeste mensen klimmen naar boven om de naast het klooster gelegen grotkerk te bezoeken. Over de kille, vochtige vloer glibberen we door de ijskoude grot tot aan het mystieke blauwe kapelletje. Alweer zo'n unieke plek, die samen met alle andere hoogtepunten Samos tot een ideale bestemming maken.

© 2010, Monique van Gaal
Eerder gepubliceerd in Griekenland Magazine, herfst 2010