Isla Navarino, Chili

It’s a long way... to Navarino

Twee weken geleden hadden we telefonisch de reservering al gemaakt vanuit Puerto Natales. De vrachtboot met plaats voor tweeëntwintig passagiers vertrekt zo eens in de twee weken vanuit Punta Arenas naar Puerto Williams op het eiland Navarino, in het uiterste zuiden van Chileens Patagonië. Het was steeds erg onzeker of, en zo ja, wanneer er een boot zou gaan. Maar zodra de datum bekend werd, boekten we meteen onze passage!

DolfijnOp tijd aangekomen in Punta Arenas, horen we dat het vertrek met een dag is vertraagd. We hangen dus nog wat rond in de stad, maken een tour naar de kolonie Magellan pinguïns bij Seno Otway, en praten met de bemanning van een groot zeiljacht dat net terug is van een bezoek aan Antarctica. Als dan de dag is aangebroken, doen we inkopen en nemen ‘s middags laat een colectivo taxi naar de haven, waar we met onze medepassagiers kennismaken.

 

Op de boot

De boot vertrekt om 19.00 uur. Het avondeten wordt meteen geserveerd; alle maaltijden zijn inbegrepen in de ticketprijs. Tijdens de laatste drie uren zonneschijn zien we al veel van het natuurschoon. Vogels, zwart-witte dolfijnen, albatrossen. De wateren hier zouden vrij onstuimig zijn, we hebben daarom een uur voor vertrek een pilletje tegen zeeziekte geslikt. De vaart gaat door de Straat van Magellan. In de nacht passeren we de Monte Sarmiento, een top van ongeveer 2.300 meter hoog.
Er zijn maar vier bedden, we schamen ons een beetje dat juist wíj twee ervan hebben kunnen bemachtigen... Maar we zijn er ook ontzettend blij mee, want de overige achttien reizigers (allemaal backpackers) slapen oncomfortabel zittend in stoelen, net als in een vliegtuig.Pinguins
De volgende morgen worden we om zeven uur wakker en kunnen gelijk aanschuiven voor het ontbijt. Gedurende de nacht is het weer omgeslagen en is het gaan waaien en regenen. Buiten miezert het en het water is een beetje wild geworden, we nemen dan ook gauw weer een pilletje in tegen zeeziekte.

Ondanks dat het de hele dag regent, staan wij toch steeds trouw op het dek om niks van het uitzicht te hoeven missen. Aan één kant van de boot staan we wat beschut tegen de regen. Inmiddels varen we alweer door het Canal Ballenero. Eerst is het land ver van ons vandaan en kunnen we door de mist maar bar weinig zien. Maar later varen we dichter bij land en kunnen door onze verrekijkers een goede indruk krijgen van hoe de kust er uitziet. We zien zeeleeuwen, albatrossen, Rockhopper pinguïns, Magellan pinguïns, skua’s, en vele andere soorten zeevogels.
‘s Middags komt de zon weer door en varen we door het smalle Beagle Channel. Hier passeren we eindeloos veel gletsjers die hun oorsprong hebben in de hoge besneeuwde toppen van de Cordillera Darwin. De één na de ander gaan we voorbij. Veel van deze gletsjers monden dramatisGletsjer in Canal Balleneroch uit in zee, terwijl andere te water gaan in de vorm van een spectaculaire waterval.
De maaltijden aan boord zijn: ontbijt om 7.00 uur, lunch om 12.00 uur, thee om 16.00 en avondeten om 19.00 uur. Het eten is simpel, veelal bonen en brood.
‘s Avonds blijven we aan dek tot het donker wordt en zien nog de lichtjes die de grens tussen Chili en Argentinië markeren. In de tweede nacht aan boord passeren we Ushuaia, op Tierra del Fuego, en komen aan bij Puerto Williams waar de boot nog een aantal uren blijft liggen zodat we lekker door kunnen slapen.

 

Puerto Williams

Wanneer we de volgendeGletsjer in Straat van Magellan morgen wakker worden, zien we voor het eerst Puerto Williams voor ons liggen. In het opkomende zonnetje is het dorp daar schitterend gelegen met erachter de glooiende bergen van de Cerro Bandera, en daarachter weer de veel hogere Dientes (ze lijken ook veel op tanden!) pieken. Na het ontbijt nadert de boot de haven en kunnen we van boord.
Puerto Williams is een Chileense marinebasis en wordt beschouwd als de meest zuidelijke permanent bewoonde plaats ter wereld. Er wonen zo’n 1500 tot 1800 mensen; dit aantal verschilt nog wel eens, door het komen en gaan van het marinepersoneel. Het is de enige plaats van betekenis op het honderd bij veertig kilometer grote eiland Navarino. We lopen naar de centrale Plaza van het dorp, om na te denken over wat ons nu te doen staat. Het dorp is helemaal verlaten, winkeltjes gaan pas om tien uur open. Zullen we gaan kamperen of nemen we toch maar een kamer in het pensionnetje op het plein? Hoe komen we eigenlijk weer weg van Isla Navarino? Straks moeten we naar Ushuaia in Argentinië zien te komen, om daar over enkele dagen de vlucht naar Buenos Aires te halen. Maar we realiseren ons al snel dat – vanwege de immer gevoelige verhoudingen tussen Chili en Argentinië, en het feit dat het eiland een marinebasis is – een eenvoudig oversteken van het Beagle kanaal hier allesbehalve vanzelfsprekend is. Er is geen jacht te bekennen op de Club de Yates en voor de lokale vissers is het verboden de tien minuten naar de Argentijnse kant van het kanaal te varen.

Beagle Kanaal

 

We nemen een kamer in het pension met de mooie naam Residencial Onashaga, en besluiten tot de avond niet meer te denken aan ons probleempje, zodat we die dag nog wat van het eiland kunnen gaan genieten. Wel hebben we al wat medereizigers gevonden die ook naar Ushuaia willen overvaren: een Braziliaans stel, de Engelsman Steve, de Fransman Jean, en een jonge chaotische vogelliefhebber uit Turkije.

Door dichte bossen maken we de wandeling naar de kale top van de Cerro Bandera, een steile vijfhonderd meter omhoog. We komen de Israeli’s van onze boot weer tegen en zij vertellen ons dat verderop, nog hoger, het meest spectaculaire uitzicht is dat zij ooit in hun leven hebben geDe lagunas van Isla Navarinozien. Het zou zelfs mooier zijn dan Ein Gedi, en wij vragen ons af of dat de highlight van hun leven is geweest?
Boven de boomgrens lopen we zonder moeite door naar een hoogte van bijna negenhonderd meter en komen uiteindelijk aan op een punt waar we alle kanten van het eiland kunnen overzien. Het uitzicht is inderdaad waanzinnig mooi! Voor ons zien we het hart van Isla Navarino liggen; kaal, nat, verlaten en onbewoond. Honderden kleine meertjes, de lagunas. Los Dientes de Navarino, die het eiland in tweeën lijken te snijden, staan daar als een kroon op het landschap. Tussen twee delen van de Dientes heen kunnen we zelfs de zee aan de andere kant van het eiland zien. Niet ver hiervandaan is Kaap Hoorn! Achter ons kijken we uit over het spiegelgladde Beagle Channel en zien daar in de verte Ushuaia liggen.

Op deze schitterende plek, waar we denken alleen te zijn, merken weLos Dientes ineens de Turkse vogelaar op. Hij zit hier al twee vruchteloze uren te wachten op de verschijning van een condor, hij had ‘m al een keer eerder voorbij zien vliegen. Na het maken van talloze foto’s, zitten we in de ijskoude wind ons brood met kaas op te eten voordat we weer naar beneden gaan.
Op de terugweg hebben we moeite met het vinden van de juiste route door het bos, maar we slagen erin. De eigenwijze Turk neemt echter de verkeerde route, door een veel dichter en steiler deel van het bos. Wij horen hem schreeuwen en roepen, en wij vermoeden dat hij om hulp roept. Dus lopen we een stukje terug om te kijken of we hem kunnen vinden. Later, wanneer hij er veel langer over heeft gedaan om naar beneden te komen dan wij, zegt hij dat hij met zijn geroep alleen maar “hello” had willen zeggen…

De natuur op Navarino is prachtig, alleen de uit Noord-Amerika geïmporteerde bevers vormDe Lagunasen een enorme bedreiging. Zij hebben met hun geknaag al heel veel schade aangericht aan de bomen en rivieren van het eiland. Door afwezigheid van natuurlijke vijanden als vossen en poema’s, die elders in Patagonië wel voorkomen, blijft hun aantal maar stijgen en lijkt een oplossing ver weg. In de buurt van Puerto Williams zien we door bevers gebouwde dammen, en grote stukken land waar alle bomen omgeknaagd zijn.
Terug op de Club de Yates krijgen we het goede nieuws te horen: Steve en Jean hebben een zeiljacht gevonden, dat ons naar Ushuaia kan brengen! De Franse booteigenaar, ook een Jean, vraagt vijftig dollar per persoon voor de overtocht. Best veel, maar ja, we moeten hier toch weer op tijd weg zien te komen. We geven de Fransman onze paspoorten, zodat hij de nodige papieren kan regelen, en doen wat inkopen voor morgen.

 

Naar Ushuaia

De volgende ochtend staan we zoals afgesproken om negen uur klaar bij het zeiljacht, en horen dan dat het vertrek met een uur is vertraagd. Net voor tienen verschijnt opeens de Turk, nerveus gebaart hij... hij wil ook nog mee! Te laat, want de papieren zijn al allemaal in orde gemaakt. Maar de schipper, aardig als hij blijft, en toch ook een beetje boos, loopt met hem mee naar de migratiedienst. Uiteindelijk kunnen we om elf uur vertrekken. Eerst maken we een stop bij Almanza, aan de andere kant van het Beagle Channel. Hier worden onze paspoorten gestempeld; wij zijn in Argentinië aangekomen.
Wederom hadden we al een pil tegen zeeziekte ingenomen, maar we besluiten er toch nog maar eentje te slikken, want het water is zo wild en onstuimig. Op weg naar Ushuaia wordt de zee alsmaar wilder en wilder, en na een tijdje kijken we niet eens meer uit naar vogels of mooie kusten… we zijn meer bezig met de kou en hoe onszelf warm en rechtop te houden, met al dat schommelen van de boot.Puerto Williams

Het waait enorm hard en het water spat zo hoog op dat we allemaal kleddernat worden. Het water komt zelfs door mijn regenpak heen en mijn kleren zijn helemaal doorweekt. Ik besluit toch maar in de kajuit te gaan zitten, wat eigenlijk voor ons meelifters niet de bedoeling is, want binnen is het al druk genoeg met bemanning en apparatuur. Ik voel me gelijk een stuk beter. Ik krijg een enorm zwaar zeiljack van de schipper, maat XXL, dat houdt me een beetje warm.
Over de radio horen we dat inmiddels vanwege het slechte weer de haven van Ushuaia wordt gesloten. Een ramp, want dat zou betekenen dat we weer helemaal terug naar Almanza moeten zeilen! Jean de schipper, vraagt of we toch nog snel de haven binnen mogen gaan, en gelukkig wordt het ons toegestaan. Om ongeveer 18.00 uur komen we aan bij de pier van Ushuaia. Voordat we de boot verlaten krijgen we ieder een lekkere kop hete chocolademelk. Bibberend en bevroren lopen we dan het stadje in op zoek naar een kamer.