Litouwen in een notendop
Met de planning van onze reis door Litouwen houd ik er rekening mee dat we van alle facetten van het land iets mee zullen krijgen. Ten eerste is het land rijk aan culturele bezienswaardigheden; cultuur wordt een van de thema’s. Ook heeft het land een vrij lange kustlijn en komen een paar dagen strand vanzelfsprekend in aanmerking om aan het reisschema toegevoegd te worden. Litouwen is bovendien dun bevolkt en je vindt hier dan ook veel ongerepte stukjes natuur: het derde thema. En als klap op de vuurpijl mag een bijzondere plek – één zoals je die nergens anders ter wereld tegen zult komen – niet ontbreken: de Kruisberg bij Siauliai.
Wij hebben er voor gekozen per boot vanaf Kiel (Duitsland) naar de Baltische Staten te reizen. Dat scheelt een lange rit met de auto en je komt helemaal uitgerust aan in de havenstad Klaipeda aan de Litouwse kust. Na een week of twee zullen we Litouwen weer verlaten via de oostelijke route richting Letland. De Lisco Gloria is overwegend een vrachtschip; alle vrachtwagens zijn beladen met treurig krijsende varkens. Maar er zijn ook een flink aantal luxe hutten beschikbaar. En op deze mooie zomerdag, met een spiegelgladde zee, genieten alle passagiers met volle teugen van hun riante ligstoel op het ruime zonnedek. Twintig uur later varen we de smalle waterweg tussen Klaipeda en het schiereiland, de Koerse Schoorwal, in.
Kwetsbaar schiereiland
De ferry brengt ons in slechts vijf minuten naar het schiereiland, en daarmee naar een andere, groenere wereld. Naaldbossen en duinen zijn de belangrijkste kenmerken van het nationale park De Koerse Schoorwal, dat op de werelderfgoedlijst van Unesco staat en het gehele schiereiland beslaat. Slechts de helft van deze smalle strook land behoort tot Litouwen; de andere helft maakt deel uit van de Russische regio Kaliningrad. Met aan de ene kant de Baltische Zee en aan de andere kant de lagune, is het een kwetsbaar stukje land dat zich blijft verplaatsen door verschuiving van het zand. Langs dichte pijnbossen en paden met fietsende vakantievierders leggen we de laatste 48 kilometer af tot Nida, vlak voor de Russische grens, waar we een camping zoeken voor de komende dagen.
Nida is een pittoresk vissersdorpje met houten huisjes geschilderd in frisse kleuren; het plaatsje doet erg Scandinavisch aan. Vanaf het haventje kun je via de promenade langs de lagune naar het voormalig zomerhuisje van de beroemde Duitse schrijver Thomas Mann wandelen, dat thans ingericht is als museum. Ten zuiden van Nida begint een uniek zeven kilometer lang duinlandschap dat zich uitstrekt tot ver over de grens. Temidden van prachtige, goudkleurige duinen, is de Parnidis met 52 meter het hoogste duin. Vanaf de top heb je een geweldig uitzicht op de zee, de lagune, het dorp, de haven en de duinen. De granieten zonnewijzer is tien jaar geleden door een orkaan in grote brokken uiteen gevallen en ligt er nu nog precies zo bij. Op weg naar de top kun je een zogenaamd leerpad volgen: een 1,8 kilometer lang pad met informatieborden die je meer vertellen over de flora en fauna van dit gebied.
Het zijn een paar mooie zomerdagen, en elke middag genieten we van het strand dat op loopafstand van de camping ligt. Het voelt een beetje als thuis, want de stranden hier lijken erg op de onze.
Een wonderbaarlijke berg
Na een rit van ruim tweehonderd kilometer oostwaarts slaan we vlak voor de stad Siauliai af naar de Kruisberg. En je kunt de plek echt niet missen: de parkeerplaats staat afgeladen vol met autos en bussen. Niet zo verwonderlijk, bedenk je je al snel wanneer je de twee heuvels nadert en het overweldigende aantal kruisen je op slag van stuk brengt. Zoiets wonderbaarlijks hebben we nog nooit gezien! Grote kruisen, kleine kruisen, dure kruisen, goedkope kruisen, houten kruisen, ijzeren kruisen, plastic kruisen, mooie kruisen, lelijke kruisen, oude kruisen, nieuwe kruisen. Bovenop elkaar, naast elkaar, in de knoop met elkaar. Hier en daar een meters hoog kruis met een Jezusbeeld. Ook een imposant Mariabeeld ontbreekt niet. Zelf mag je ook je steentje bijdragen: op de parkeerplaats worden kruisen in alle soorten en maten te koop aangeboden en er is altijd wel een plekje te vinden bovenop de reeds tien-dubbel-dikke laag aan kruisen.
Iedereen schijnt zo zijn eigen theorie te hebben over het ontstaan van deze berg, maar één ding is zeker: het begon allemaal in de 14e eeuw. En het waren niet alleen de Katholieken die hier een kruis kwamen hangen. Nee, ook voor de ongelovigen was dit dé plek van de hoop, dé plek waar je naartoe ging om te herdenken en te rouwen. Tijdens het Sovjetregiem werd het de Litouwers verboden er nog kruisen te plaatsen en de heuvel werd zelfs tot drie maal toe platgewalst. Maar de diepgewortelde traditie was niet meer te stuiten en in 1990 stonden er alweer 40.000 kruisen overeind. Na de onafhankelijkheid van Litouwen in 1991 vertienvoudigde dit aantal in een rap tempo en nog elke dag komen er kruisen bij. Pelgrims komen van heinde en verre. Met name na terroristische aanslagen zoals die op de Twin Towers in New York groeit de heuvel zienderogen.
Cultuur en een kasteel
Het maakt nogal wat uit, of je Vilnius bezoekt op een regenachtige dag of één met zon. Wij ervaren beide varianten, en kunnen met overtuiging zeggen dat de stad baat heeft bij de zon. Vilnius bloeit zichtbaar op na een natte dag, en kleuren en sfeer komen weer helemaal tot leven bij het verschijnen van de eerste zonnestralen. In het oude centrum dat op de werelderfgoedlijst van Unesco staat lopen we over de nog vochtige, en dus spekgladde, kinderkopjes door de nauwe straatjes langs sierlijke kerken en gebouwen. De hagelwitte kathedraal domineert het grote plein aan de voet van de Gediminas heuvel. Op deze 48 meter hoge heuvel is de stad ontstaan; de rode stenen toren staat er al sinds de 13e eeuw. Ook vind je hier het Koninklijk paleis uit de 16e eeuw.
Een bezoek aan het romantische, rode bakstenen kasteel van Trakai is werkelijk een must. Vanuit Vilnius ben je er in een half uurtje met de auto. Op de parkeerterreinen kun je je auto parkeren tegen een uurtarief. Maar de inwoners van het schilderachtige dorp hebben hun eigen plan getrokken: voor slechts 5 Lita per dag kun je ook in hun tuin parkeren! Met als treurig gevolg dat nagenoeg alle tuintjes in het dorp bomvol staan met autos. Ook die van ons siert tijdelijk een tuin op. Via een houten brug lopen we naar het schiereilandje dat midden in het Galve Meer ligt. Vanaf deze brug is het net alsof je naar een ansichtkaart staat te kijken, zo perfect en zo elegant staat het kasteel erbij. Aan de oevers zijn enkele zeilboten afgemeerd. Ook de directe omgeving is een plaatje; het kasteel bevindt zich midden in een groot merengebied met rijk beboste eilandjes. Overal kun je bonte roeibootjes huren om een uurtje of twee te varen of te dobberen op het kristalheldere water. Tenminste, als je mooi weer hebt, zoals wij.
Puur natuur
Voor een paar dagen puur natuur kun je in Litouwen het beste terecht in het nationale park Aukstaitija. Paluse is het centrale punt, een rustig dorpje met een handjevol kleurige houten huizen en een prachtige houten kerk de oudste van Litouwen. Hier vind je behalve het toeristenbureau ook een camping en enkele stenen blokhutten die beschut staan onder torenhoge pijnbomen. Wij kiezen voor de blokhut. Het dorp ligt aan het schone Lusiai Meer, en roeien, zwemmen en wandelen zijn zon beetje de voornaamste bezigheden hier.
Het zogenaamde beeldhouwpad met een lengte van twee kilometer leidt naar Meironys, een nog kleiner dorp. Langs dit pad zijn talloze houten beelden te bezichtigen, die scènes voorstellen uit verschillende volkslegendes. Litouwers houden sowieso erg van houtsnijwerk; in elke tuin staat wel een houten kunstwerk. Maar ook de huizen zijn overwegend van hout gemaakt. De typische voorportiekjes met aan weerskanten schattige bloempotjes zie je hier veel.
Aukstaitija ligt in het noordoosten van Litouwen en is het eerste nationale park van het land (sinds 1974) met een oppervlakte van meer dan vierhonderd vierkante kilometer. Het natuurgebied bestaat voornamelijk uit (pijn)bos en meren die met elkaar verbonden zijn door ondiepe stroompjes. Er komen veel zeldzame en beschermde planten voor, maar ook dieren zoals elanden, herten, wilde zwijnen, vossen en een groot aantal soorten vogels. De rond de honderd dorpjes in het park hebben alle hun authentieke karakter weten te behouden en bestaan grotendeels uit pastelkleurige houten boerderijen en huizen. Er wonen ongeveer tweeduizend mensen binnen de grenzen van het park. Met de auto bezoeken we de wat verder gelegen bijzondere plekken, zoals de 175 meter hoge Ladakalnis (ijsheuvel) vanwaar we een geweldig uitzicht hebben op de omgeving. Ook bezoeken we een zogenaamde piliakalnis: een vestingheuvel waar in de Middeleeuwen een fort of versterkte nederzetting heeft gestaan. Van een vesting is niks meer terug te vinden, maar de natuurpracht maakt dit gemis weer helemaal goed.
We kunnen het niet laten om ook een kijkje te nemen bij een wat minder fraaie plek: de beruchte Ignalina kerncentrale (van het type Tsjernobyl). Een smet op het land en daarom zal de centrale binnenkort onder druk van de EU gesloten worden. Wat er met de inwoners van het grauwe stadje Visaginas - dat speciaal is gebouwd voor de werknemers van de centrale - gaat gebeuren, zal de toekomst uitwijzen.
INFOKADER LITOUWEN
Ligging en bereikbaarheid
Litouwen is het meest zuidelijk gelegen land van de drie Baltische Staten. Je kunt het bereiken per auto via Polen, een lange rit. Maar de meest comfortabele manier om er te komen is per schip. Op de site www.balticferries.nl vind je meer informatie over de diverse mogelijkheden om naar een van de drie Baltische Staten te varen. De vertrekken zijn vanaf havens in het noorden van Duitsland.
Beste reistijd
De zomer, het hoogseizoen, is een mooie tijd om Litouwen te bezoeken. Nooit te warm, maar wel veel zonneschijn. Wel kan het op sommige plekken erg druk zijn. Zo zijn bijvoorbeeld de campings in Nida 's zomers overvol. Maar op andere plekken, zoals Aukstaitija NP, is het altijd erg rustig. Op de camping van Paluse stond maar één tent ten tijde van ons verblijf.
Accommodaties
Op veel plekken zijn campings te vinden, maar het is vaak – zoals in Aukstaitija NP – ook toegestaan om wild te kamperen. Ook simpele stenen of houten cabines (zonder faciliteiten) zijn erg populair.
© 2010, Monique van Gaal
Dit verhaal is eerder gepubliceerd in Nordic magazine, voorjaar 2010.