
Tsaren aan de wandel
Welbeschouwd is het Pad van de Tsaar (Tsarskaya Tropa) eigenlijk maar een pad van niks met zijn luttele zeven kilometer en zijn eenvoudig te behappen karakter. Nee, het is eerder de geschiedenis die eraan kleeft, die dit tot een uiterst gedenkwaardige wandelroute maakt.

De vele gedaantes van de Vatnajökull
Ik zal de gezichten van Höfn (spreek uit: Hup) niet licht vergeten. Gewoonweg doordat elke inwoner er meerdere bezigheden op na houdt. Ben je net bij de kapper geweest, dan zie je hetzelfde lachende gezicht terug als je een bezoekje brengt aan het Edelstenenmuseum. Heb je de eigenaar van je hotel vanmorgen nog een goede dag gewenst, dan komt hij je later die dag halen met de sleepboot. Ging je op excursie met quads en beland je even later in de garage, tja, dan is daar het bekende gezicht van de monteur. Om het plaatje nog completer te maken kun je het beste een avondje gaan luisteren naar het prachtige gezang van het Höfner mannenkoor, en ja hoor, iedereen is weer van de partij!

NOG EVEN TIJD VOOR PANAMA
Langzaam lopen we over de brug richting Panama. Onder ons stroomt de Rio Sixaola, die de grens met Costa Rica vormt. Wat een prachtig uitzicht hebben we op de rivier en de weelderig begroeide oevers; zelden zie je zo’n mooie grensovergang! Van het plaatsje Sixaola in Costa Rica lopen we naar Guabito in Panama, waar we nog wat eten voordat we weer op de bus stappen. Onze maandenlange reis door Centraal-Amerika loopt ten einde en we hebben nog maar een weekje over. In plaats van dit weekje in Costa Rica door te brengen (onze terugvlucht is vanuit San José), hebben we ervoor gekozen het westen van Panama te bezoeken.

De diva onder de wandelroutes
Zoals het een echte diva betaamt, rijgt de DiVa Walk de allermooiste plekjes van de Varusregio in het Osnabrücker Land naadloos aaneen. Van historisch belangwekkende plaatsen, talloze vakwerkhuizen tot de prachtige natuur; deze nog maar drie jaar jonge 105 kilometer lange wandelroute heeft het allemaal in huis. De "Di" staat voor dino's, de "Va" voor de Romeinse stadhouder Varus. Samen vormen ze een gouden duo, dat menig wandelaar aangenaam zal weten te verrassen.

GROEN EN BLAUW: Aukstaitija Nationaal Park
Vol verbazing turen we over het lege grasveld. Er staat geen enkele tent! Wat een lachertje, we hebben het er in de auto nog over gehad: wat zouden we doen als de camping vol zou zijn? In Nida, aan de Litouwse kust, was het erg druk geweest op de camping, het is tenslotte hoogseizoen. Er zoemen wel een hoop wespen vlak boven het gras, die hebben lekker het rijk alleen. Het zonnetje probeert voorzichtig tevoorschijn te komen. Gelukkig maar, want tijdens de rit van ongeveer 110 kilometer van Vilnius - de hoofdstad van Litouwen - naar Paluse had het onophoudelijk geregend.

OMAN PER SALOON CAR
De zee! Wanneer we het vissersdorpje Al Ashkarah binnenrijden ruiken we het meteen, die zilte geur in de koele lucht. Dat is wel even wat anders dan het droge duinzand van de Wahiba Sands, waar we vanmorgen vroeg wegreden. Prachtig was het, dat wel. De roestrode duinen waar we gistermiddag een uurtje of twee regelrechte stunts hadden ondergaan, dune-bashing heet dat. Met een fourwheeldrive en chauffeur keihard door het zand rijden, voortdurend bijna omslaan, loodrecht naar beneden een steile duin af, met de banden vastraken in het rulle zand, je hoofd stoten tegen het dak of het raam na een ruk aan het stuur, opwaaiend duinzand in je ogen krijgen, en er nog van proberen te genieten ook...

HET JUNGLE-TREINTJE VAN BORNEO
Vanaf de voorste twee stoelen in de bus hebben we goed zicht op de weg en de omgeving. En meteen ook op de steile bergwanden, de afgronden, weggespoelde stukken asfalt, en het kat en muis spel in het verkeer: inhalen, remmen, optrekken, weer inhalen. Het wordt een griezelig ritje van 60 kilometer naar Tambunan. We zijn op weg van Kota Kinabalu naar Tenom, om morgenochtend vroeg met het jungle-treintje terug te boemelen naar Kota Kinabalu.

Litouwen in een notendop
Met de planning van onze reis door Litouwen houd ik er rekening mee dat we van alle facetten van het land iets mee zullen krijgen. Ten eerste is het land rijk aan culturele bezienswaardigheden; cultuur wordt een van de thema’s. Ook heeft het land een vrij lange kustlijn en komen een paar dagen strand vanzelfsprekend in aanmerking om aan het reisschema toegevoegd te worden. Litouwen is bovendien dun bevolkt en je vindt hier dan ook veel ongerepte stukjes natuur: het derde thema. En als klap op de vuurpijl mag een bijzondere plek – één zoals je die nergens anders ter wereld tegen zult komen – niet ontbreken: de Kruisberg bij Siauliai.

WIE EEN EI GEEFT AAN EEN ANDER…
Langs de kant van de weg staan we te wachten op een grand-taxi naar Tinerhir. Het is vroeg in de morgen; ontbijt hebben we voor deze keer maar eens overgeslagen. Het oudere Engelse echtpaar dat vannacht ook in ons hotelletje sliep, propt zuchtend en steunend hun hele hebben en houwen in de kleine auto. Ibrahim ziet ons staan en stelt meteen wild gebarend voor dat we maar beter bij hun in de auto kunnen stappen. De vrouw kijkt vol meelij in haar ogen onze kant op; van haar mogen we wel meerijden. Maar haar nerveus pijprokende man denkt daar anders over. Met z’n zessen in zo’n klein Fiatje? Met al die bagage? Geen denken aan.

Van koninklijk wildpark tot eerste nationaal park van Nederland
Het begon allemaal zo'n honderd jaar geleden met het in de verkoop gezette landgoed Hagenau. Bewoners van de omliggende dorpen waren in rep en roer om de angst dat een nieuwe eigenaar vast en zeker voor de lucratieve houtkap zou gaan. In een verwoede poging het bos te redden van de ondergang werd er contact gezocht met de Vereniging Natuurmonumenten. En met succes: in 1911 werd Hagenau hun eigendom. Toch had waarschijnlijk niemand op dat moment kunnen bevroeden dat dit mooie gebied zou uitgroeien tot het allereerste nationale park van Nederland, de Veluwezoom.

ALS HET TIJ KEERT
Op het busstation van El-Jadida valt niet veel te beleven, behalve koffie drinken, chocola eten en wachten. De bus naar Oualidia wordt om drie uur verwacht. Sissi, een verpleegstertje uit Safi, vertelt ons dat Oualidia ‘maar een vies dorpje’ is. We zouden er beter aan doen met haar door te reizen naar Safi, daar zou het véél mooier zijn. Voor de zekerheid geeft ze ons haar telefoonnummer, ze heeft nog wel een slaapplaats over voor ons drietjes.

TEMPEL HOPPING IN WUTAI SHAN
Verlangend naar een plek waar je even bij kunt komen van de drukte, de hitte, de smog en de hectiek van Beijing, zit je al snel in de bus naar Wutai Shan. Frisse berglucht, sierlijke tempels, een vredige en spirituele sfeer; dat zijn wel zo'n beetje de kenmerken van dit gebied. Maar nu vergeet ik voor het gemak even de zeven uur durende hellerit ernaartoe over slingerende bergwegen, langs vervuilende kolenmijnen, urenlang wachtend in een eindeloze file van ronkende vrachtwagens... En dat doe ik niet voor niks, want Wutai Shan blijft een bezoek meer dan waard.

Het laatste stukje smalspoor van de Baltische Staten
Het laatste stukje nog in gebruik zijnde smalspoor van de Baltische Staten vind je in Letland. Om precies te zijn tussen de plaatsen Aluksne en Gulbene in het noordoosten van het land. Een diesellocomotief en een wagon met plek voor ongeveer veertig passagiers rijden hier nog steeds drie keer per dag op en neer. De afstand is klein - slechts 33 kilometer - en het tempo is traag. Maar desondanks, of misschien juist daarom, groeit de belangstelling voor dit treintje en zal de rit spoedig tot een van de belangrijkste toeristische attracties van Letland gaan behoren.

Zwaaien naar de overkant
Vanaf de Hermansburcht kijken we naar de overkant van de rivier. Daar staat een evenzo robuuste vesting, het fort van Ivangorod in Rusland. De twee forten aan weerszijden van de Narva rivier lijken elkaar uit te dagen. Maar niets is minder waar. Toeristen aan de overkant zwaaien vrolijk naar ons. Wij zwaaien terug. Hoe jammer, bedenken wij ons, dat we niet simpelweg ook daar even een kijkje kunnen nemen.

Wandelen in de achtertuin van Trinidad
Het stadje Trinidad aan de zuidkust van Cuba heeft alles in huis voor een ongekend gevarieerde vakantie: een schilderachtig koloniaal centrum, idyllische stranden, en als slagroom op de taart een weelderig begroeid berggebied in de achtertuin.

Een beetje geluk
Terwijl de Chinezen zelf nog steeds zweren bij Badaling ("Waarom ver rijden om een stukje muur te zien?") zetten wij onze zinnen op Simatai, een klein dorp aan de voet van de muur op ongeveer drie uur rijden van Beijing. Ons geplande nachtje in Simatai worden er twee, dan drie... Het kost moeite de boel weer in te pakken en deze wereldplek voor gezien te houden.

EEN HOLLANDSE AAP
“Klik, klik, klik” gaat mijn camera, en ik kijk door de lens om scherp te stellen op die ene grote neusaap, die daar zo stoer en fier op een boomstam zit. Klik! Dát worden mooie foto´s. Dan ineens, “boem, boem, boem”, gestamp, de vloer onder mij begint te trillen, mensen beginnen te gillen. Het gaat allemaal zo snel. Wanneer ik achterom kijk zit hij daar: zo´n reus van een neusaap. Hij zit op de rand van de veranda en staart naar ons, afwachtend en dwingend tegelijk. Allen hebben wij een camera om onze nek hangen, maar geen van ons durft het te wagen… De foto van de maand gaat aan onze neus voorbij!

RONDJE TORRES DEL PAINE
In de berm zitten we geduldig te wachten tot onze bus gerepareerd is. Nog maar vijftien minuten geleden vertrokken we uit Puerto Natales, op weg naar het Nationaal Park Torres del Paine. Onze rugzakken zitten bomvol proviand goed voor zo‘n twee weken overleven; in de winkels van Puerto Natales was van alles te krijgen. De bus heeft panne en even ziet het er naar uit dat we vandaag niet meer verder zullen komen - het is de laatste bus van vandaag. Maar na een uurtje sleutelen kunnen we verder en om zeven uur bereiken we na vier uur rijden de Guardería van Laguna Amarga. Het is hard gaan waaien. Aan het water zetten we onze tent op, op de moerassige grond.

DE HEILIGEN VAN DE CUCHUMATANES
Ik ben bang dat ik over Huehuetenango (zeg maar “Huehue”) niet echt enthousiast kan zijn. Ik ben hier gisteren aangekomen vanuit Mexico en heb in dit stadje nog niks anders gezien dan troep en lelijkheid. Het begon eigenlijk al in de bus ernaartoe: een Amerikaanse toeriste die een boek zat te lezen, verfrommelde elke gelezen bladzijde en gooide ‘m zo uit het raam! Vol verbazing zag ik tientallen blaadjes naar buiten fladderen. Dit was blijkbaar een voorteken voor wat nog komen ging… Huehue!

NATUURLIJK: SAMOS
Van ons appartement, dat tegenover de luchthaven van Samos is gelegen, lopen we langs de drukke weg richting het centrum van Pythagório. We zijn nog maar een klein uur geleden aangekomen, maar komen nu al tot de conclusie dat een huurauto ons een grote dienst zal bewijzen. Bij het eerste het beste verhuurbedrijf (de weg wordt geflankeerd door eender ogende bedrijven) halen we een auto op. "Nee hoor, een borgsom is niet nodig. Nog geen geld gepind? Oh, de betaling komt wel als u de auto weer aflevert, maakt u zich geen zorgen!" Waar hebben wij ooit eerder zo gemakkelijk een auto meegekregen? Wij zijn op Samos voor de zon en de natuur, en hopen er zoveel mogelijk van mee te krijgen. Op mijn must see lijstje staan enkele rustige baaitjes, elk met slechts één restaurantje.

DE ANDERE ALGARVE
Op zoek naar een stukje toeristen-vrij Algarve zijn we in Albufeira helemaal aan het verkeerde adres. Het is winter, maar de schaars geklede toeristen zijn nog steeds in de meerderheid in dit voormalige vissersdorp. De restaurants serveren weliswaar heerlijke gerechten, maar er zijn er gewoon teveel. We besluiten verder westwaarts langs de kust te rijden, in een nieuwe poging de toeristen van ons af te schudden.

ISLA TAQUILE
Vanuit Puno vertrekt de boot naar Taquile, een afstand van ongeveer 45 km. Onderweg stoppen we even bij “de drijvende eilanden” van de Uro indianen, en na vier uur varen komen we aan op het kleine eiland Taquile, gelegen in het Peruaanse deel van het Titicaca Meer (de overige helft van het meer behoort tot Bolivia). Het Titicaca Meer ligt op een hoogte van 3820 meter, en is daarmee het hoogst gelegen bevaarbare meer ter wereld. Dit grootste meer van Zuid-Amerika is ook erg diep (tot ca. 280 meter), waardoor de temperatuur van het water het hele jaar door vrij constant blijft, zo’n 10°C, en tevens de luchttemperatuur ‘s nachts en ‘s winters gematigd blijft. Goede omstandigheden voor de landbouw dus.